radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Meerderheid voor euthanasie bij levensmoe

Meerderheid voor euthanasie bij levensmoe

Ruim zes op de tien mensen (62%) vinden dat hulp bij zelfdoding mag worden verleend als iemand levensmoe is. Het draagvlak hiervoor is sinds 2007 met 9 procent toegenomen. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 28.000 mensen. Levensmoe betekent dat iemand vindt dat het leven geen betekenis meer heeft en naar de dood verlangt. 

Ook als een dement persoon voor zijn ziekte heeft verklaard niet verder te willen leven met vorderende dementie, vindt een ruime meerderheid (85%) dat hulp geboden mag worden bij levensbeëindiging. En mensen zijn onomstotelijk (91%) voor hulp bij zelfdoding bij lichamelijk uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Op dit moment moet voor hulp bij zelfdoding sprake zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Of het alleen lichamelijk of ook psychisch lijden betreft, is vatbaar voor interpretatie van de arts. Volgens de euthanasiewet mag alleen een arts helpen bij zelfdoding. Een derde (34%) vindt dat ook een naaste hulp bij zelfdoding mag bieden. Bovendien vindt bijna driekwart (72%) dat door een naaste verleende hulp bij zelfdoding niet in alle gevallen strafbaar hoeft te zijn.

Pil van Drion

Een meerderheid (56%) vindt dat er een zogenaamde ‘pil van Drion’ moet komen. Als belangrijk argument noemen zij dat het middel een waardige manier biedt om uit het leven te stappen. Gewelddadige vormen van zelfmoord zijn niet alleen inhumaan, zo stellen zij, maar vaak ook traumatisch voor nabestaanden en omstanders.

Het middel zou volgens de voorstanders niet alleen aan ouderen maar aan alle volwassenen verstrekt moeten worden (79%), mits vrijwillig, weloverwogen en wilsbekwaam. Bovendien vinden zij (70%) dat het middel pas verstrekt mag worden op het moment dat iemand daadwerkelijk een einde aan zijn of haar leven wil maken.

Toch vindt een kwart (27%) dat het middel ook al eerder verstrekt mag worden. Zij zeggen: de wetenschap dat er zo’n pil in je nachtkastje ligt, geeft rust. Een 55-jarige deelneemster aan het onderzoek verwoordt het als volgt: “Als ik zo’n pil in huis had zou het idee dat ik zélf kan bepalen wanneer ik sterf zo’n rust geven, dat het leven er juist dragelijker op wordt. Het geeft mensen controle over hun dood en daarmee over hun leven.”

In elke provincie is een meerderheid voor euthanasie bij mensen die levensmoe zijn. Benieuwd naar de uitslag in uw regio? Kijk dan hier.

Over dit onderzoek

Aan het onderzoek deden 28.001 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek vond plaats van 22 juli t/m 1 augustus 2013. In 2007 ondervroeg EenVandaag 23.000 mensen.

Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen onder het EenVandaag Opiniepanel zijn na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012.

Panelleden krijgen ongeveer één keer per week een uitnodiging om aan een peiling mee te doen. Op de meeste onderzoeken respondeert 60 tot 70 procent van de panelleden.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de Matthäus-Passion in Nederland nog steeds zo populair is

Waarom de Matthäus-Passion in Nederland nog steeds zo populair is
Bron: ANP

Het paasweekend is begonnen en daar kan je de Matthäus-Passion niet bij weg denken. Nederlanders zijn gek op de compositie van Johann Sebastian Bach. "Ik ken geen ander land dat zoveel de Matthäus-Passion uitdraagt als Nederland."

In de passietijd, de 2 weken voor Pasen, wordt maar liefst 147 keer de Matthäus-Passion uitgedragen in ons land. Johann Sebastian Bach componeerde het in 1727, maar toen was het nog helemaal niet populair, vertelt musicus en Bach-kenner Arjan Breukhoven. "In 1750 overleed Bach, voor die tijd had hij de compositie maar vier keer uitgedragen, dat is helemaal niet veel."

In een la verdwenen

Na de dood van Bach was de Matthäus-Passion ergens 'in een la verdwenen', vertelt Breukhoven. "Toen is er met de compositie bijna 100 jaar niks gedaan tot de Duitse componist Felix Mendelssohn de Matthäus-Passion herontdekte." Volgens Breukhoven heeft dat de Matthäus-Passion wereldwijd weer groot gebracht.

En ook in Nederland werd de compositie toen weer bekend. In Rotterdam werd de Matthäus-Passion in 1870 voor het eerst uitgedragen in Nederland, daarna volgde Amsterdam. Bach-kenner Breukhoven komt zelf uit Rotterdam: "Ik ben natuurlijk waanzinnig trots dat het daar voor het eerst was." Na het uitdragen in Amsterdam werd de compositie door veel orkesten en koren opgepakt, waarna het alleen nog maar populairder werd.

Bekijk ook

Lijden staat centraal

Ondertussen is de compositie bijna 300 jaar oud, maar het verhaal van het stuk is nog steeds erg actueel, volgens Breukhoven. "In de Matthäus-Passion staat de hele weg van de veroordeling, het lijden en uiteindelijk de kruisiging, het sterven voor Christus." Voor Breukhoven is het thema 'lijden' voor mensen herkenbaar: "Je hoeft de krant niet eens open te slaan, op de voorpagina zie al wat voor lijden er in de wereld is."

Volgens van Breukhoven hoef je niet gelovig te zijn om te kunnen genieten van de Matthäus-Passion. "Naast dat het een prachtig stuk is, zijn mensen ook onder de indruk van het verhaal. Ik vind het waanzinnig dat 300 jaar nadat het stuk is gecomponeerd, er nog steeds talrijk mensen naartoe gaan."

PassieBarometer

Het aantal Matthäus-Passions wordt in Nederland nauwlettend in de gaten gehouden. Monique van den Hoogen telt al 11 jaar de hoeveelheid uitgedragen Matthäus-Passions en de Johannes-Passions voor de PassieBarometer van ZingMagazine. Naast de 147 Matthäus-Passions heeft Van Hoogen ook 42 Johannes-Passiones en 5 junior Matthäus-Passions geteld.

Van den Hoogen doet het tellen voor de PassieBarometer al die jaren met veel plezier. Ondertussen wordt ze de 'passievrucht' genoemd door collega's bij ZingMagazine. "Altijd na Pasen vragen collega's of ik moet afkicken. Mijn voelsprieten staan aan, je wil zo graag een nieuwe Matthäus- of Johannes-passion vinden."

'Nergens zoveel uitgevoerd'

Van Hoogen ziet ook dat de Nederlandse Matthäus-Passion-gekte uniek is. "In Duitsland zijn er volgens mij maar een aantal grote Matthäus-Passions die ik heb gevonden."

"Ik ken geen ander land als Nederland waar de Matthäus en de Johanes Passions zo vaak worden uitgevoerd", sluit ze af.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe goede relatie tussen school en leerlingen extreme examenstunts kan voorkomen, volgens deze pedagoog

Hoe goede relatie tussen school en leerlingen extreme examenstunts kan voorkomen, volgens deze pedagoog
De politie greep eerder deze week in nadat een examenstunt op een school in Almere uit de hand was gelopen
Bron: EenVandaag

Vechtpartijen, vernielingen en politie die in moet grijpen. De afgelopen dagen zijn aardig wat examenstunts uit de hand gelopen, en het lijkt erop dat dit steeds vaker gebeurt. "Maar als er een goede band met de schoolleiding is, doen kinderen dit niet."

Het einde van je middelbare schooltijd afsluiten met een stunt: het wordt al decennialang gedaan. Maar vroeger kwamen daar meestal geen (nep)wapens, explosieven of politie-optredens bij kijken. Toch zegt dat meer over de scholen waar het gebeurt, dan de jongeren zelf, volgens pedagoog bij Centrum Pedagogisch Contact Marcel van Herpen.

Losse incidenten

"We spreken hier over incidenten en niet over een patroon dat op alle scholen gangbaar is. Zo moeten we het ook zien, in die context", benadrukt Van Herpen over de uit de hand gelopen stunts. "Maar het is natuurlijk zorgwekkend dat het geweld dat gebruikt wordt en de angst die ingeboezemd wordt echt van proporties is die eigenlijk gewoon niet meer acceptabel zijn."

Dat sommige scholen een dag eerder hun deuren hebben gesloten om risicovolle stunts te voorkomen, vindt hij dan ook helemaal niet gek. "Dat is heel begrijpbaar."

Bekijk ook

Rol van social media

Van Herpen herkent het beeld dat examenstunts extremer lijken dan vroeger. "Dat komt omdat we de incidenten zo scherp in beeld krijgen."

Volgens hem spelen social media daarin zeker een rol. "Kinderen filmen wat er gebeurt, krijgen ook likes, kunnen viraal gaan. Dat zien we bij hele mooie en goede ontwikkelingen, maar dat zien we natuurlijk ook bij hele vervelende en nare ontwikkelingen. Dus deze examenstunts, die vallen zoals bijna alle andere dingen die kinderen doen in de categorie van 'gezien worden' en 'stoer doen'."

'Iedereen kent het puberbrein'

Dat middelbare scholieren de grens opzoeken is daarentegen van alle tijden, vertelt Van Herpen. "We kennen allemaal het puberbrein. En als je volwassen bent, heb je het ooit gehad. Dat is een brein dat risico's neemt die niet altijd verantwoord zijn. Daar gaat de impuls, de actie, soms vooruit op nadenken over wat dat voor gevolgen heeft. Dus dat hoort er een beetje bij."

"Iedereen weet: die kinderen doen wat en later denken ze, dat had ik misschien niet moeten doen. Maar dan hebben ze het al gedaan."

Bekijk ook

Relatie met de school

Toch zou een leerling die zich verbonden voelt met de school nooit zover gaan, weet Van Herpen. Het voorkomen van dit soort incidenten begint dus eigenlijk al ver voor de examenperiode.

"Als de relatie tussen kinderen en docenten goed is, zijn die kinderen natuurlijk niet in staat om dit te doen", legt hij uit.

Anders bekijken

Hij gaat verder: "Kinderen die een fijne schoolperiode hebben gehad, die goede relaties hebben gehad met docenten, die gezien worden, die ook erkend worden in dat wat ze lastig vinden, die een beetje geholpen worden als ze het moeilijk krijgen, die zullen steeds moeilijker in staat zijn om dit te doen."

We moeten de manier waarop we naar de extreme examenstunt kijken dan ook omdraaien, zegt Van Herpen. "We kunnen het omdraaien in de relaties die we met kinderen aangaan."

Inspanning op relaties

Hoe scholen dat kunnen doen? "Het mooiste is als we na gaan denken hoe we vanaf de allereerste dag dat de brugklassers binnenkomen ervoor kunnen zorgen dat de relaties die wij met kinderen leggen er uiteindelijk na 4, 5 of 6 jaar voor zorgen dat dit niet kan gebeuren. Dus dat je echt een inspanning pleegt op de relaties met de kinderen."

Stunts helemaal verbieden, wat sommige scholen doen, zou volgens de pedagoog dus ook helemaal niet nodig hoeven zijn. "Het is afschuwelijk dat we na moeten denken over hoe we het jaar, een periode die van betekenis is geweest eigenlijk niet meer af moeten sluiten."

Hoe goede relatie tussen schoolleiding en leerlingen extreme examenstunts kan voorkomen volgens deze pedagoog

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant